Lang voordat de eerste stoomwals op de weg verscheen, waren er al op verschillende plaatsen in de wereld min of meer geslaagde pogingen gedaan om stoomkracht te gebruiken voor het aandrijven van zowel voertuigen als vaartuigen. Beroemd is het verhaal van het stoomwagentje” in China. Het werd omstreeks 1655 door de Belgische missionaris Ferdinand Verbiest in Peking gezien. Het karretje was zo’n 60 cm lang. De werking was eenvoudig: stoom uit een met houtvuur gestookt keteltje blies tegen een schoepenradje op de achteras!
Richard Trevithick kwam in 1801 met een driewielige stoomkaros op de weg, waarmee hij 7 passagiers vervoerde. Twee jaar later kwam Trevithick met een nieuwe stoomwagen. Deze was voorzien van twee, meer dan manshoge, achterwielen om beter over de ongelijke en hobbelige wegen te kunnen rijden. De nieuwe stoomkoets kon 15 km per uur rijden, wat voor die tijd en onder die omstandigheden niet slecht was
Intussen had in 1802 een zekere Matthew Murray patent gekregen op een machine, die getransporteerd kan worden zonder ‘m te hoeven demonteren”. De machine zou verschillende taken in het boerenbedrijf kunnen verrichten. In 1807 maakte het eerste stoomschip, de Clermont” van Robert Fulton een succesvolle proeftocht op de Hudson rivier bij New York.
Locomobielen
Omstreeks 1812 kwamen er locomobielen, stoommachines op wielen, licht van gewicht en bedoeld voor het boerenbedrijf.
Maar de tijd was er nog niet rijp voor. De machines werden door landarbeiders gezien als broodroof.
Er werd gesaboteerd bij boeren, die het tóch met stoom wilden proberen.
locomobiel Lang hield de stoomlocomobiel stand, zo’n 120 jaar. In het boerenbedrijf, in hout-zagerijen, in de wegenbouw (asfaltinstallaties), etc.
Verzet tegen de stoom” is er zeker geweest, niet alleen op het boerenbedrijf, maar ook op de weg”.
In 1831 verzamelden boeren, burgers en buitenlui” zich in een actie tegen Gurney’s stoomkaros. Op 22 juni werden er versperringen opgericht in de vorm van steenhopen op de weg.
Dan was er de Wet van 1831 die verplichtte, dat een man met een rode vlag voorop moest lopen bij een mechanisch voortbewogen voertuig.
Er waren meer wettelijke speldeprikken in Engeland. Hoge toltarieven voor stoomvoertuigen zijn een voorbeeld hiervan.
Er bestond zelfs een bepaling, waarbij het verboden was om de veiligheidsklep te laten blazen, vanwege het lawaai!
Naast de locomobiel als “stoommachine”op wielen” zijn er ook stoomwalsen.klik voor info